Ongelijkheid is niet onvermijdelijk, het is een keuze
Terwijl ik dit schrijf, staan wereldwijd alle kranten er vol mee: de Verenigde Staten bereiden zich voor op de verkiezingen in november, in het midden van de coronacrisis. Spannende verkiezingen, waarbij een tweede termijn voor Trump nog zeker niet is uitgesloten. Hoewel het super interessant zou zijn om te kijken naar de gevolgen van zijn coronabeleid de afgelopen maanden, wil ik nu focussen op iets anders: de economie. Natuurlijk zijn er andere economisch conservatieve presidenten voor Trump geweest, maar hij is speciaal. Hij heeft het voor elkaar gekregen om met zijn opvallende beleid de verschillen tussen arm en rijk groter te maken dan ooit. Uit nieuwsgierigheid naar de zin en onzin rondom dit controversiële economische beleid las ik een boek van Joseph E. Stiglitz. Deze Nobelprijswinnende econoom beschrijft hoe Trumps beleid funest is gebleken voor de midden- en lagere klassen in de Verenigde Staten.
Stiglitz is een Amerikaanse econoom die heeft gewerkt als hoofdeconoom van de Wereldbank. Ook was hij een van de hoogste economische adviseurs van Bill Clinton. Ondanks zijn rol als prominent adviseur was Stiglitz erg kritisch over Clinton’s beleid, zowel economisch als politiek. In zijn boek People, Power, and Profits uit 2019 legt Stiglitz uit hoe het Amerikaanse kapitalisme onder Clinton is uitgegroeid tot een systeem dat alleen gunstig is voor de rijken, en het de midden- en lagere klassen in de steek laat. Trumps beleid, waarin de vrije markt het uitgangspunt is, heeft niet alleen de ongelijkheid op economisch vlak verhoogd. Ook op het gebied van gender, onderwijs, gezondheid en etniciteit nam de ongelijkheid toe. Trump viel bovendien niet alleen de Amerikaanse bevolking aan met belastingverlagingen waar uitsluitend de rijken van profiteerden. Hij verlaagde ook het algehele welzijn van de Amerikaanse bevolking door bijvoorbeeld de wetenschap achter klimaatverandering en het coronavirus te negeren. En dan heb ik het nog niet eens over alle leugens, halve waarheden en alternatieve feiten.
Het beste voorbeeld volgens Stiglitz van hoe de vrijemarktideologie heeft gefaald, is de financiële crisis in 2008. Ondanks dat de banken grote financiële risico’s namen en daardoor de crisis veroorzaakten, waren ze de eerste groep die financiële steun ontving van de overheid. Met meer dan vijf lobbyisten per zetel in het Congres hadden de tien grootste Amerikaanse banken meer directe politieke invloed dan 250 miljoen Amerikanen. De grote macht van de banken komt niet dankzij, maar ondanks de steun die ze krijgen van de overheid. Banken kunnen enorme invloed uitoefenen door te sjoemelen met rentes, de wisselkoers en olieprijzen. Ze lopen hierbij geen risico, omdat de overheid de verliezen toch altijd wel zal dekken. Ze worden weinig tot niet gereguleerd, waardoor ze makkelijk kunnen gokken met het geld van de belastingbetaler. Tijdens de coronacrisis gebeurde iets vergelijkbaars: de werkloosheid stijgt enorm, er zijn al meer dan 200.000 doden gevallen in de VS, maar financiële steun vanuit de overheid voor de mensen die hun baan verloren is nergens te bekennen. Een deel van de Amerikaanse huishoudens heeft in maart eenmalig 1.200 dollar ontvangen, wat natuurlijk een druppel op een gloeiende plaat is. Dit terwijl de banken en multinationals rustig hun gang kunnen blijven gaan. Door dit uit de hand gelopen kapitalisme zijn wederom de midden- en lagere klassen de grootste slachtoffers van de crisis.
Stiglitz is ervan overtuigd dat deze tijden vragen om een nieuw systeem, een hervormd kapitalisme. Een sterke overheid die zich actief bemoeit met de markt en werkgelegenheid. Een overheid die zijn bevolking actief ondersteunt. Niet alleen in de vorm van sociale zekerheid, maar ook met gezondheidszorg, onderwijs, huisvesting en pensioenen. Om deze verandering tot stand te brengen, zijn er electorale hervormingen nodig. Een hoop. Velen herinneren zich nog de verkiezingen tussen Trump en Clinton in 2016, waar de meerderheid van de stemmen naar Clinton ging maar Trump de verkiezingen won door een meerderheid van de beschikbare kiesmannen te veroveren. Hetzelfde gebeurde in 2000, waarbij Al Gore verloor van Bush.
Naast electorale hervormingen legt Stiglitz een duidelijke nadruk op economisch hervorming. Zijn ideeën lijken erg op die van Keynes, de econoom wiens ideeën het uitgangspunt vormden van het beleid van president Franklin Roosevelt, die de Verenigde Staten uit de Grote Depressie sleepte. Keynes adviseerde namelijk om te investeren en werkgelegenheid te creëren, in plaats van te bezuinigen. Door in tijden van crisis – dus ja, ook nu – te investeren in bijvoorbeeld grote infrastructuurprojecten, creëer je werkgelegenheid. Meer inkomsten voor zij die hun baan verloren zijn. Het werkt. Het is bewezen. Kijk maar naar de economische groei na de Grote Depressie. Waar wachten ze in de VS nog op om eens te kiezen voor het welzijn van de grote meerderheid?