Bloedserieus Doorscrollen
Ik ga nu klinken als een verzuurde millennial, maar toen TikTok een paar jaar geleden helemaal hip werd, merkte ik al vrij snel dat ik doelbewust afstand nam van die hype. Allerlei mensen om me heen waren de hele dag in de weer met de – je kent ze – korte kattenfilmpjes, kookhacks en Harry Potter-sketches. Vaak uitstekend vermaak, natuurlijk, maar om principiële redenen die ik zelf niet helemaal wist te doorgronden had ik daar totaal geen zin in. Ik beschouwde de app als een nieuwe slangenkuil van algoritmes en uitputtend vermaak waar ik de mentale ruimte niet voor wilde vrijmaken.
Niet dat ik laatdunkend wil doen over de kwaliteit of het humoristische gehalte van de gemiddelde TikTok-feed, want er is daar natuurlijk een heleboel quality content te vinden. Je treft er oprecht acteertalent, goed uitgedachte scripts, bruikbare levenswijsheden en voldoende humoristisch goud. Als eenvoudig mens ben ik daar even gevoelig voor als ieder ander, dus laten we zeggen dat ik mijzelf vooral probeerde te beschermen voor de zoveelste telefoonapp waarop ik mijzelf kon verliezen in het oneindige doorscrollen. En met dat ‘doorscrollen’ bedoel ik natuurlijk: het doelloos en blindelings scrollen in een sociale-media-app, waarmee de kwartieren en halve uren verstrijken voordat je er erg in hebt. Omdat ik in die tijd pas net was begonnen met Twitter (zoals dat toen nog heette) en Instagram, was ik op dat vlak wel verzadigd.
Helaas weet ik mijzelf niet zo goed te wapenen tegen dat doorscrollen, want vandaag de dag zijn zowel Instagram als Twitter – goed, X – er alleen nog meer ingesleten. Dat wil zeggen: ook ik ben slachtoffer geworden van een Instagram-feed vol katten-reels en de uitstekende algoritmes die mij deze op onuitputtelijke basis voorschotelen. Effectief zit er dus weinig verschil meer tussen mijn Instagram-feed en TikTok, dus helaas: ik ben gezwicht (en vermaakt). De laatste jaren is er echter nóg zo’n doorscrollplatform in mijn leven gekomen waar ik meer moeite mee heb, en dat platform heet LinkedIn.
Net als de meesten begon ik aanvankelijk een LinkedIn-account bij te houden om contact te houden met (semi-)professionele connecties, op de hoogte te blijven van ontwikkelingen die relevant zijn binnen mijn leefwereld, en mijzelf te profileren op de arbeidsmarkt. Heel kort door de bocht is dat natuurlijk ook de systemische rol die LinkedIn tegenwoordig speelt in de maatschappij: omdát iedereen op LinkedIn zit en specifieke zaken (ogenschijnlijk) alleen dáár besproken worden, voelt men zich ook steeds meer geroepen om op LinkedIn te zitten en die specifieke zaken aldaar te bespreken. LinkedInner worden voelt dus ook een beetje als verplicht meedoen met de meute, maar dat is iets waar ik mij inmiddels wel bij heb neergelegd.
Waar ik meer moeite mee heb, is dat ik mijzelf langzaamaan betrapte op mijn neiging om mij óók op LinkedIn te verliezen in het oneindige scrollen. Dan was ik aan het werk, kreeg ik een LinkedIn-notificatie (die toch wat ‘serieuzer’ voelt dan bij andere sociale media), handelde ik daarnaar, en opeens was er een kwartier verloren. Goed, leuk om te horen wie er de laatste week allemaal afgestudeerd zijn, maar verder hoef ik niet per se te weten wie er in mijn ‘netwerk’ allemaal werk zoekt of een nieuwe bijbaan heeft. Desondanks zat ik soms tijden doelloos te scrollen, tot ik ontwaakte uit mijn sluimer en mezelf verplichtte om even thee te zetten en daarna verder te werken.
De reden waarom ik mij specifiek erger aan die doorscrollneiging op LinkedIn, is omdat ik mij ongemakkelijk voel bij het idee dat een professioneel platform steeds meer begint te lijken op de reguliere, alledaagse, sociale media. Het is wat mij betreft namelijk de charme van de meeste sociale media dat je de hele drukte daaromheen niet zo serieus hoeft te nemen. Daarmee zeg ik: in de wereld van Instagram geven we een heleboel om ons aantal volgers en de like-teller bij onze posts, maar we weten stiekem ook wel dat dit in de echte wereld verder geen drol uitmaakt. Op sociale media begeef je je vaak in een soort waanrealiteit, waarin je je soms net wat anders opstelt dan hoe je daadwerkelijk bent, en dat is prima, omdat iedereen meedoet aan dat rollenspel en heus inziet dat zo’n platform niet altijd het echte leven representeert. Mijn probleem met LinkedIn is dat dit platform op heel veel manieren overkomt als eenzelfde soort sociale medium, maar dan een medium dat iedereen wél bloedserieus neemt.
Bijvoorbeeld, nu Hyves en Facebook allebei (zo goed als) passé zijn, lijkt LinkedIn nu hét centrale platform waarop iedereen zijn of haar sociale kring onderhoudt, om alsmaar die teller van online ‘vrienden’ en vage kennissen te verhogen. Maar wanneer mensen vroeger honderden Hyves-vrienden hadden, nam je dat gerust met een korreltje zout, terwijl het hebben van 500+ connecties op LinkedIn lijkt op iets dat daadwerkelijk als belangrijk en statusverhogend wordt beschouwd. En natuurlijk, dat is soms ook wel zo, want een breed LinkedIn-netwerk reflecteert een veelzijdig professioneel leven en dat is iets van waarde in de echte wereld. Maar wanneer je na iedere handdruk of halve toast met Jan en alleman deze personen gelijk toevoegt aan je netwerk, kun je je afvragen hoe serieus en toonaangevend dat netwerk nou precies is. En dat terwijl het wel lijkt alsof het serieus en van zakelijk belang is, want dat is immers de aard van LinkedIn.
Zodoende wordt op het huidige LinkedIn de grens tussen ernstige professionaliteit en de half-serieuze pretentiedrang van sociale media oncomfortabel vaag. Dat zit hem ook in de universele neiging om onze sociale media-identiteit vooral in te kleuren als een goednieuwsshow. Dat wil zeggen, je laat je online van je beste kant zien – je deelt dat je een marathon hebt gelopen, de Toren van Pisa bezoekt en afspreekt met vrienden van vroeger. Maar die dagen dat je piekerend op de bank zit, uit wanhoop ontbijt met een diepvriespizza of je gewoon ronduit klote voelt, blijven verzwegen voor de meute. En dat is helemaal prima, juist omdat je weet dat je iemands vertoning op sociale media niet helemaal serieus hoeft te nemen. Maar precies hetzelfde gebeurt op LinkedIn: je deelt je prestaties, promoties, ambities en foto’s bij de trappen van het Academiegebouw. Teleurstellingen, tegenslagen en mislukkingen worden in de regel weggefilterd. Het enige verschil is dat we dit vervolgens wél allemaal bloedserieus lijken te nemen, elkaar feliciteren alsof het een zakelijk appje naar de baas betreft, en in die zin constant zo’n digitale plastic glimlach opzetten.
Natuurlijk is LinkedIn een uitstekend platform om je professionele leven wat uit te bouwen, waardevol contact te zoeken met geestverwanten, en natuurlijk om werk te vinden. Het is dus heus niet allemaal ellende en existentiële rampspoed. Maar misschien moeten we ons wel bewust blijven van dat LinkedIn feitelijk een sociale-mediaplatform is, en er wat dat betreft soms weinig verschil zit tussen het doorscrollen op LinkedIn of op Facebook. Ook al vertellen we onszelf graag dat dat in het geval van LinkedIn wél belangrijk en bloedserieus is.