De albums die je hebt gemist in 2018
Op de dansvloer hoorden we natuurlijk altijd de bekende hitjes, in de sportschool pompten we onze oren maar al te graag vol met die hoge BPM’s en eind december blèrden we natuurlijk traditiegetrouw mee met de Top 2000. Allemaal leuk, natuurlijk, maar je zult ook wel begrijpen dat er in 2018 veel meer leuks aan muziek viel te ontdekken. Maar waar begin je? Hier een lijstje van de pareltjes van afgelopen jaar die je misschien gemist hebt.
Klaus Johann Grobe – Du Bist So Symmetrisch
Klaus Johann Grobe is zo’n band die je stiekem opzet tijdens een feestje, en waarvan je vrienden na een minuut of vijf vervolgens één voor één zeggen: “shit, welke band is dit? Klinkt lekker.” Sterk beïnvloed door het krautrock-geluid, de typische Duitse alternatieve muziekstijl die sinds de jaren ’70 langzaamaan doorsijpelde in allerlei soorten (psychedelische) muziek, leunt de muziek van Klaus Johann Grobe sterk op repetitieve en daarmee haast hypnotiserende grooves. Daar krautrock-muziek normaliter wordt geassocieerd met een ietwat zwaar en trippy geluid, gooit Klaus Johann Grobe het over een iets lichtvoetigere boeg en maakt vooral belachelijk aanstekelijke popliedjes.
Popliedjes die zonder meer thuishoren op de dansvloer. Wie hier na hun eerdere albums nog niet van overtuigd was, zal hier na het horen van Du Bist So Symmetrisch ongetwijfeld op terugkomen. Het Zwitserse collectief heeft hun groovy sound geperfectioneerd met soepele baslijntjes die regelrecht uit de discowereld lijken te komen, kleurrijke en ietwat psychedelische synths, en bovenal die verdomd lekkere Duitstalige vocalen. Je hoort ‘m misschien niet zo snel voorbij komen in Wolter Wolthers, maar bij dezen: dit is de dansplaat van 2018.
Hoogtepunten: ‘Der Koenig’, ‘Discogedanken’
Jacco Gardner – Somnium
Jacco Gardner, bejubeld als ‘het wonderkind uit Hoorn’, zal geen onbekende naam zijn voor wie de Nederlandse indie-scene wat in de gaten houdt. Sinds zijn monumentale debuutplaat Cabinet of Curiosities zijn liefhebbers uit zowel binnen- als buitenland verliefd op Gardners dromerige psychedelische popliedjes. Liedjes die voorheen vooral werden gekenmerkt door zijn karakteristieke combinatie van hypnotiserende melodieën en aanstekelijke zangmelodieën, gezongen met zijn immer kalme stemgeluid. Onderschat zijn populariteit en muzikale reputatie niet: wanneer de internationale muziekpers je muziek vergelijkt met psychedelische legendes als Syd Barret (Pink Floyd) of Kevin Ayers, doe je toch iets goeds.
Zodoende is het des te gewaagder dat Gardners nieuwste album Somnium in z’n geheel instrumentaal is. Binnen deze nieuwe sound maakt Gardners fluweelzachte stem plaats voor meer van alles dat zijn muziek al zo goed maakte: kleurrijke en verhalende gitaarpartijen, ongekend groovy baslijntjes en spacey synthesizers (denk: Tangerine Dream, Jean Michel Jarre) die iedere vorm van drugs (bijna) overbodig maken. Voor wie bang is dat instrumentale pop snel saai wordt zit goed fout, want vooral dit dominerende synthesizer-geluid maakt zijn muziek spannender en meeslepender dan ooit. Uitdagend? Misschien. De moeite waard? Absoluut.
Hoogtepunten: ‘Volva’, ‘Past Navigator’
Low – Double Negative
Nee, zonnig is deze plaat allerminst, maar niet al het moois in de wereld is per se positief gestemd. Double Negative is het nieuwste wapenfeit van Low, een band die al decennialang een begrip is in de indie-wereld. De genrenamen waarmee hun muziek veelal aangeduid wordt – slowcore, sadcore, minimalistic dream pop – suggereren al dat Low de soundtrack is voor de donkerste dagen van het jaar. Sinds hun deprimerende debuut uit 1994, I Could Live in Hope, kennen we Low van hun dromerige mineurakkoorden, fluisterende zang, bijna afwezige drums en vooral heel veel leegte. Voor op de bank, met een kleedje. Met een kopje thee, of fles whiskey. Helemaal alleen.
Qua sfeer is hun sound met de jaren weinig veranderd: Double Negative klinkt nog steeds vertrouwd donker, koud, claustrofobisch en ongeëvenaard droevig. Maar tegelijkertijd is Low vooral een band die blijft innoveren. Voor hun nieuwste muziek haalden ze veelal inspiratie uit recente innovaties binnen de meer experimentele elektronische muziek: de plaat is doordrenkt met onconventionele elementen van noise en glitch. Zodoende maken bijvoorbeeld het pijnlijk korrelige basgeluid van openingstrack “Quorum”, of de bijna overdreven verdronken zang in “Always Trying to Work it Out” de plaat één van de meest bijzondere releases van 2018. Eigenzinnig, ontoegankelijk, hypnotiserend en vooral grensverleggend.
Hoogtepunten: ‘Dancing and Blood’, ‘Poor Sucker’
Moaning – Moaning
Ieder jaar is er zo’n bandje die vanuit het niets van zich laat horen, een debuutplaat aflevert waar je U tegen zegt, en vervolgens de halve wereld afreist om die wereld te overtuigen met hun muziek. De band die deze eer dit jaar op zich nam is misschien wel Moaning: een jong en minstens zo veelbelovend post-punkcollectief uit Los Angeles. Post-punk is een muziekgenre dat sinds haar introductie in de jaren ’70 een sterk ambivalent karakter heeft: enerzijds wordt het getypeerd door donkere vocalen, deprimerende teksten en zwaarmoedige melodieën, maar anderzijds heeft de muziek een onmiskenbaar opzwepende upbeat stijl.
Moaning pakt deze schijnbare tegenstelling aan met beide handen. Hun eerste langspeler staat vol met korte liedjes die worden gedomineerd door puntige grooves, noisy en atmosferische gitaren, en bovenal het bijzonder aangrijpende stemgeluid van vocalist Sean Solomon. Serieus – de combinatie van zijn zeurderige stemgeluid, treurige teksten en bovenal die doordringende dead stare is al honderd procent overtuigend op zichzelf. Wellicht een cliché, maar een vergelijking met Ian Curtis, de legendarische frontman van Joy Division, is hier op z’n plaats. Zeker naar aanleiding van hun overtuigende liveshows, waaronder op Best Kept Secret of in onze eigen Vera afgelopen jaar.
Hoogtepunten: ‘Artificial’, ‘Don’t Go’
Spiritualized – And Nothing Hurt
De mooiste plaat van 2018? Dat is misschien wel het langverwachte nieuwe album van Spiritualized, het soloproject van space-rocklegende Jason Pierce. Daar zijn vroegere werk (onder andere met de cultband Spacemen 3) overheersend psychedelisch en trippy was, is zijn meer recente muziek een harmonische mengelmoes van psychedelica, gospel-invloeden en hartverscheurend mooie melancholiek.
And Nothing Hurt klinkt als de zwanenzang van een rocklegende die zich, na een ruig leven vol (komt ‘ie) seks, drugs en rock ’n roll, van zijn meest gevoelige kant laat zien. Hartbrekende ballads als ‘Damaged’ zijn zodoende de perfecte soundtrack voor iedere snotterbui ooit. De plaat is echter niet alleen somber en traag, maar op z’n momenten ook opzwepend, pakkend en ouderwets psychedelisch. Zo worden de ballads afgewisseld met aanstekelijke jams als het fantastische ‘The Morning After’ – psychedelica in optima forma, zoals de experimentele rock-grootheden als The Velvet Underground het ooit bedoeld hadden. Pierce portretteert zichzelf als een gebroken man: immer verdrietig, balancerend op het randje van leven en de dood en al lang niet meer de jonge rocker die hij vroeger was. Zijn krakende stem, een verscheurd restant van wat ooit de meest zwoele en bezwerende stem uit de rockwereld was, illustreert dit misschien wel haast het mooist. Toch is het hedendaagse Spiritualized verre van vergane glorie – And Nothing Hurt behoort tot één van Pierces beste platen sinds de jaren ’90.
Hoogtepunten: ‘Damaged’, ‘The Morning After’