De eenheidsworst van Feestcafés

Marinus Jongman 2 min 22/01/2023

Het Fust, De Negende Cirkel, de Tapperij, het Vaatje, Shooters, De Brouwerij, ‘tGat van Groningen. Zomaar een lijstje van de verzameling feestcafés in de Poele- en de Peperstraat. Allemaal op zichzelf prima feestcafés en leuke barretjes, en meezingers zijn op z’n tijd echt wel leuk, maar het lijkt allemaal wel heel erg veel op elkaar tegenwoordig. In Groningen zijn er nog maar weinig plekken die géén feestcafé zijn, waar je zonder entree te betalen naartoe kunt. Dit is een pleidooi voor meer diversiteit in het nachtleven, met meer verschillende genres en een diverser publiek.

 

De afgelopen jaren zijn er steeds meer leuke kroegen verdwenen die de Groningse nacht een mooie plek maakten voor iedereen. De Spieghel en de Benzinebar zijn failliet en Subsonic is dicht, om er maar een paar te noemen. Wat er over is gebleven is een eenheidsworst van jewelste, aan de muziek en het publiek kan je menig kroeg niet meer uit elkaar houden. Het overgrote deel van het nachtleven bestaat tegenwoordig uit jonge studenten in feestcafés die meeblèren op de nieuwste of oudste meezingknallers. Erg leuk, maar na een tijdje heb je dat wel gezien en zelfs met mijn bescheiden vierentwintig jaar voel ik me echt oud als ik daar rondloop. Tegenwoordig houd ik het bij een borrel in de Warhol, bij de betaalde feesten bij EM2, Simplon en Vera, of nog vaker bij een drankje te veel in het speciaalbiercafé onder mijn huis. Ik denk niet dat ik daar de enige in ben en dat er meer mensen zo over denken. Binnen mijn bubbel is dat wel zo, maar dat zegt ook niet alles. 

 

De kroegen die ‘anders’ waren zijn verdwenen, en daarmee ook een bepaald deel van het publiek dat zij aan trokken. Een nachtleven met meer afwisseling in wat er te doen is trekt simpelweg meer en diverser publiek, roept ook Nachtburgemeester Merlijn Poolman al jaren. Het creëert ook een hele andere sfeer, met meer verbroedering tussen studenten en stadjers. In de nacht is iedereen gelijk, omdat iedereen even vergeet wie ze overdag zijn. Van de belangrijkste bestuurders tot aan de scholieren die voor het eerst binnen proberen te komen in de kroeg, iedereen wil een feestje bouwen in de Groningse nacht. 

 

Gelukkig is dit niet alleen een zeikstuk om te klagen over hoe alles anders is geworden, het is ook een pleidooi voor een oplossing. Volgens mij zijn er een paar dingen nodig om het nachtleven op orde te krijgen: In Groningen moeten er genoeg rafelrandjes zijn. Rauwe plekjes waar creatieve mensen voor weinig geld hun ding mogen doen, en dat moet mogelijk gemaakt worden. Zo is Paradigm ooit ontstaan, maar denk bijvoorbeeld ook aan De Loods, of Oost. Allemaal betaalbare plekken waar creatieve mensen creatief kunnen zijn. Het is dan ook hoopgevend dat de gemeente Niemeyer wil kopen. Hoe vet zou het zijn om te dansen in die legendarische fabriek die iedere Groninger kent? 


Tot slot hoop ik dat de gemeente panden in het uitgaansgebied gaat kopen. De stijgende huren zijn vaak de reden geweest dat leuke plekken dicht of weg moesten. Een verhuurder die niet op winst belust is en de hoogste huren vraagt, maar juist een die de diversiteit koestert is nodig om te zorgen dat de alternatievere plekken kunnen voortbestaan. Ik weet niet of dit allemaal gaat gebeuren en of het allemaal beter gaat worden. Eén ding weet ik wel: Als het zo doorgaat is het legendarische nachtleven van Groningen voor mij toch iets minder legendarisch.

Soortgelijke artikelen