Een feministisch perspectief op veganisme

naitsoezn 6 min 11/12/2018

In eerdere edities van de Nait Soez’n heb ik al een aantal artikelen geschreven over veganisme. Artikelen waarin ik, met mijn goed bedoelde passieve agressie, mensen probeerde te stimuleren om vaker plantaardig te eten. En hoewel ik nog steeds overtuigd flexanist ben (vegetariër met een overwegend veganistische levensstijl), moet ik op een aantal van deze zaken toch even terug komen. Want tja, de meeste vegetariërs en veganisten bedoelen het zo goed, maar misschien wordt het toch eens tijd om ze een spiegel voor te houden, een spiegel die een veganistische levensstijl in een ander daglicht plaatst, een feministisch daglicht welteverstaan.

Bij het woord feminisme denkt men vaak als eerste aan vrouwenrechten. Toch is dat niet helemaal waar ik op doel en waar het feminisme van vandaag de dag voor staat. Waar feministen er vroeger vanuit gingen dat onderdrukking slechts voortkwam vanuit geslacht of gender, zijn veel hedendaagse feministen ervan overtuigd dat onderdrukking voortkomt uit allerlei verschillende factoren die met elkaar samenhangen. Denk bijvoorbeeld aan inkomen, huidskleur, seksuele voorkeur, religie, opleidingsniveau en lichamelijke en geestelijke gezondheid. Volgens deze feministische stroming, die ook wel intersectioneel feminisme wordt genoemd, zal een witte, hoogopgeleide heteroseksuele vrouw over het algemeen minder met onderdrukking te maken krijgen dan een zwarte, laagopgeleide lesbische vrouw. Of, anders gezegd, een witte heteroseksuele vrouw is meer bevoorrecht dan een zwarte lesbische vrouw. Het is vanuit deze feministische stroming dan ook interessant om veganisme eens onder de loep te nemen en om te kijken naar de privileges die samenhangen met veganisme.

Laat ik eerst even zeggen, ja, het is een grote, niet altijd makkelijke stap om vegetariër of veganist te worden. Je krijgt te maken met veel conservatievelingen die beweren dat ze toch wel echt vlees nodig hebben om gezond te blijven, die niet openstaan voor de misstanden in de vee-industrie en toch behoorlijk veel schijt hebben aan de impact die het consumeren van dierlijke producten heeft op het milieu. Maar tussen deze hardnekkige conservatievelingen en veganisten zit nog een hele grote groep die in de middenmoot valt, en verschillende redenen heeft om (nog) niet een volledig plantaardig dieet hebben.


Het kiezen voor en onderhouden van een veganistische of vegetarische levensstijl is dus niet iets dat iedereen kan

Laten we in de eerste plaats kijken naar gezondheid. In een live video legde een feminist die ik volg op Instagram (The Guerrilla Feminist) uit dat ze bijna geen vlees en zuivel meer eet, maar dat een volledig vegetarische of veganistische levensstijl voor haar niet vol te houden is. De reden? Een fruitallergie. Ze lichtte toe dat ze al een allergische reactie kon krijgen van voedingsmiddelen waar een beetje citroensap in verwerkt zat. Ze werd hierdoor al zoveel beperkt in wat ze wel en niet kon eten, dat het ingrediëntenlabel ook nog eens checken op eventuele dierlijke ingrediënten, niet vol te houden was.

Voor mensen met een bijvoorbeeld notenallergie kan het ook erg lastig zijn om een gezonde, voedzame én betaalbare veganistische levensstijl te onderhouden. Veel vegetariërs en veganisten eten namelijk noten om voldoende omega-3 vetzuren binnen te krijgen. Er zijn uiteraard ook alternatieven middelen, zoals bijvoorbeeld chiazaad. Maar de foodies onder ons zullen weten dat chiazaad niet bepaald het goedkoopste levensmiddel uit de supermarkt is.

Je inkomen speelt überhaupt een grote rol bij het wel of niet kunnen onderhouden van een veganistische levensstijl. Veel plantaardige vervangers voor vlees en zuivel zijn ook niet bepaald goedkoop. Zo kost het goedkoopste pak plantaardige melk 89 cent per liter bij de Jumbo. Ter vergelijking, het goedkoopste pak koeienmelk kost bij de jumbo 75 cent per liter (respectievelijk 80 cent en 75 bij de Albert Heijn). Het is wel belangrijk om daarbij op te merken dat dierlijke producten voor een veel te lage prijs in de supermarkt staan. De boer wordt zoveel mogelijk uitgeknepen om tegen een zo’n laag mogelijke prijs zoveel mogelijk te produceren. Maar dat is een andere discussie. De consument kiest, geheel logisch, vaak voor de goedkoopste optie. Zeker de consument met een laag inkomen. Uiteraard zijn bonen wel een gezonde én goedkope vleesvervanger, maar bonen bevatten geen vitamine B12, het enige (ja echt waar, het enige) supplement dat veganisten moeten bijslikken.

Hoewel plantaardige alternatieven in sommige gevallen dus zeker duurder zijn, is het hebben van toegang tot deze alternatieven alweer een privilege op zich. Nederland is, met veel andere westerse landen, al redelijk ingesteld op vegetariërs en veganisten. Maar niet eens alle westerse landen hebben zich hier al op aangepast. Wanneer je je bevindt op het Franse platteland, zal je merken dat het daar al een stuk lastiger is om bijvoorbeeld in restaurants te kiezen voor een vegetarische of veganistische optie. Dit speelt alleen nog maar meer in Oost-Europese landen. Toen ik met mijn ouders en mijn zus op vakantie was in Belgrado moest mijn zus (ik was zelf nog geen vegetariër in die tijd) vrijwel elke keer dat we uiteten gingen een hoofdgerecht creëren door verschillende voor- en bijgerechten met elkaar te combineren.

Daarmee komen we dus ook gelijk aan bij een stukje cultuur. Een Oost-Europeaan die de ambitie heeft om vegetariër of veganist te worden, zal hier doorgaans een stuk meer moeite mee hebben dan een West-Europeaan. En zo zijn er nog wel meer culturen te bedenken waarbij het eten van vlees nog veel meer een ‘norm’ is dan in West-Europa. Zo heb ik een vriendin van Chinese afkomst. Ze vertelde me dat ze in Groningen heel vaak vegetarisch en veganistisch eet, maar dat dit een stuk lastiger is wanneer ze bij haar ouders is, omdat vlees eten nog een veel groter deel uitmaakt van de Chinese cultuur dan van de West-Europese. Het is voor mensen uit culturen waarin vlees eten nog veel meer een norm is dus lastiger om de stap te zetten om als vegetariër of veganist door het leven te gaan. Ook nog eens omdat deze mensen vaak op minder steun uit hun omgeving kunnen rekenen. Iets wat ik zelf gelukkig wel heel erg heb. Tuurlijk, er blijven altijd van die vervelende, hardnekkige mensen die blijven beweren dat ze ‘wel echt vlees nodig hebben’. Maar over het algemeen is het zijn van een vegetariër of veganist hier veel breder en algemener geaccepteerd dan in andere culturen.

Toch zijn er ook in Nederland mensen die niet de steun krijgen die ze nodig hebben om een vegetarische of veganistische levensstijl te onderhouden. Denk bijvoorbeeld aan nog thuiswonende kinderen die vegetariër of veganist willen worden. Er zijn genoeg ouders die geen zin hebben om iets aparts te koken voor hun kind, of ouders die deze moeite nog net op kunnen brengen, maar wel constant laten weten dat ze het allemaal maar onzin vinden. Wanneer je in bepaalde keuzes niet wordt gesteund door mensen die belangrijk voor je zijn, zoals vrienden en familie, wordt het nou eenmaal een stuk lastiger om iets door te zetten.

Daarnaast speelt ook de sociale druk een rol. Er zijn mensen die zonder enige moeite van de een op de andere dag veganist worden. Maar niet voor iedereen is deze keuze zo makkelijk. Zelf heb ik het worden van vegetariër ook lang uitgesteld. Lange tijd voelde ik, als iemand die op haar zestiende is gediagnosticeerd met aspecten van een sociale angststoornis, me bij het idee alleen al dat mensen rekening met me moesten houden enorm bezwaard. Wanneer ik met vrienden zou eten, moesten ze voor mij apart iets kopen en koken. Wat als mensen openlijk zouden laten merken dat ze het allemaal maar raar of irritant vonden? Me niet zouden steunen? Ellenlange discussies met me aan zouden gaan? Ik, als persoon die obsessief bezig kan zijn met wat andere mensen van mij vinden, kon daar uren over piekeren. Deze gedachten waren voor mij dan ook lange tijd de reden om de stap naar een vegetarische levensstijl niet te maken. En het zijn precies deze redenen waarom ik de stap naar een volledig veganistische levensstijl (nog) niet aandurf. De psychische gezondheid van mensen speelt dus ook een grote rol bij de dieetkeuze.

Terug naar het feministische perspectief. Zoals ik eerder toelichtte in dit artikel, gaan veel hedendaagse feministen uit van het idee dat onderdrukking voortkomt uit verschillende factoren, en dat hoe minder onderdrukking je als mens ervaart, hoe meer privileges je over het algemeen zult hebben. Zoals ik hopelijk duidelijk heb kunnen maken, is een vegetarische of veganistische levensstijl dan ook behoorlijk geprivilegieerd.

Het kiezen voor en onderhouden van een veganistische of vegetarische levensstijl is dus niet iets dat iedereen kan.  En het is, hoewel ik mij hier zelf ook weleens schuldig aan heb gemaakt, uiterst problematisch en pijnlijk om te beweren dat iedereen veganist zou kunnen worden, en dat de mensen die dit niet zijn, zwak, naïef of snobistisch zijn. Er kunnen  ontzettend veel uiteenlopende redenen zijn waarom iemand de stap om vegetariër of veganist te worden niet wil of kan maken.

Het is zeker belangrijk om de misstanden in de vee-industrie aan te pakken, en mijn doel met dit artikel is dan ook zeker niet om deze misstanden  te verzachten of te negeren. En ja, ook ik juich elke stap naar een plantaardiger en diervriendelijker leven van harte toe. Maar het is óók belangrijk om stil te staan bij het feit dat nog niet iedereen er klaar voor is om deze stap te maken.

Soortgelijke artikelen