Gotenburg

Stijn Bakker 4 min 29/05/2024

Een bond om jaloers op te zijn

Terwijl ik dit schrijf zit ik in het regenachtige Zweden, waar ik ondertussen bijna twee maanden verblijf om de master onderzoeksjournalistiek te volgen. Hoewel het deze keer vooral de master was die me verleidde om naar het hoge noorden te verkassen, heeft Zweden altijd al een aantrekkingskracht op mij gehad. Sinds ik in mijn tienerjaren een interrailtocht naar Scandinavië maakte, Zweeds begon te leren (waarom ook niet) en vervolgens besloot om er dan ook maar mijn studie van te maken (Europese Talen en Culturen met Zweeds als hoofdtaal), heeft dit land een belangrijk plekje in mijn hart. En hoe kan dat ook anders? Oneindige bossen, ontelbare meren en eilanden, elanden, Pippi Langkous, kaneelbollen en… ijzersterke vakbonden. De vakbondencultuur werkt door in alle lagen van de bevolking, maar voor de GSb is misschien vooral de studentenvakbond er een om (jaloers) naar te kijken.

In Gotenborg, de stad waar ik het komende jaar studeer, is de studentenvakbond eigenlijk alles. Op de colleges na worden vrijwel alle dingen die met het studentenleven te maken hebben geregeld door de vakbond. De bond heet Göta Studentkår, wat grappig genoeg letterlijk vertaald Göta studentencorps betekent, hoewel het afgezien van de band met de student vrij weinig met zijn beruchte Nederlandse naamgenoot te maken heeft. Hoewel het niet per se mijn plan was om bij de studentenbond te gaan, ontkom je er feitelijk niet aan. Zelfs als je niet van plan bent om aan activisme te doen. Zelfs als je bij geen enkele studentenvereniging wil. Zelfs als je nooit naar een activiteit wil (zowel studiegerelateerd als biergerelateerd). Zelfs als je nooit naar de studentenkroeg wil met goedkoop bier (wat meer dan nodig is in Zweden, waar een biertje in een café toch snel meer dan twee keer zo duur is als in ons kikkerlandje). Studentenkorting, wat ook heel hard nodig is, is niet onmogelijk zonder bondlidmaatschap, maar wordt wel een stuk makkelijker gemaakt. Doordat ik lid ben van de bond krijg ik korting op OV, goedkopere koffie in een hoop cafés, aanbiedingen voor kleding, huishoudapparatuur en alles wat ik nodig heb voor de studie. De studieboekenwinkel, met studieboeken die toch een stuk goedkoper zijn dan wanneer je ze online zou bestellen, wordt gerund door de bond. En, het meest bizarre van allemaal, doordat ik bij de bond zit kom ik in theorie in aanmerking voor hun eigen studentenhuisvesting, hoewel daar lange wachtlijsten voor zijn (sommige dingen zijn hier akelig hetzelfde als in Nederland). Er ontbreekt in Gotenburg een ESN, want ook internationale studentenzaken en activiteiten worden allemaal geregeld door, say it with me, de bond. Vervang de bond met Die Partei en ik lijk beland in de voormalige DDR. De bond is als student overal, hoewel het niet altijd direct opvalt. Toch steken ze hun bestaan niet onder stoelen of banken: elke faculteit hangt vol met posters, is het niet van de vakbond an sich dan is het wel van een van zijn vele afdelingen.

Die afdelingen zijn de manier waarop de bond in de krochten van de universiteitsstructuur geworteld is. Het overkoepelende Göta studentkår heeft vijf afdelingen, of sektioner, die ongeveer parallel lopen aan de verschillende faculteiten van Göteborg Universitet. Dit zijn een soort minivakbondjes, die zich specifiek bezighouden met de verschillende faculteiten, hun studenten en problemen. Onder deze secties zitten ook nog föreningar, of verenigingen, wat feitelijk hetzelfde is als onze Nederlandse studieverenigingen, vrijwel allemaal gelieerd aan een specifieke sectie die onder de overkoepelende faculteit valt. Volg je het nog? Ter illustratie: Ik studeer een master onderzoeksjournalistiek. Deze master zit bij de sectie JMG (journalistik, media och kommunikation Göteborg), en daarom zit ik bij de vereniging Gaudium, de “studievereniging” gelieerd aan deze sectie. De sectie JMG is onderdeel van de Samhällsvetenskapliga fakulteten (faculteit van sociale wetenschappen), wat bij de bond onderdeel is van Samsek, ofwel de afdeling van onze specifieke faculteit. Elke laag, overkoepelende bond, afdeling, vereniging, heeft een individueel bestuur, waar naast mensen die activiteiten organiseren en alledaagse zaken afhandelen, ook minstens een bestuurslid in zit dat zich bezighoudt met de activistische kant van een studentenbond. Waar de onderste laag zich vooral bemoeit met studie- en faculteitszaken, komt de bovenste laag op voor studenten van de gehele universiteit.

Aangezien een groot aandeel van de studentenpopulatie lid is van de bond, heeft deze een grote slagkracht. Vrijwel alle zaken die op universitair, gemeentelijk en provinciaal niveau over de universiteit gaan worden met de bond aan tafel besproken. Studentenrechten worden actief beschermd door de bond. Studentenwelzijn is volledig via de bond gewaarborgd, niet alleen als het misgaat binnen een bepaalde studie of faculteit, maar ook op individueel niveau kan je terecht met problemen. De lofzang gaat maar door.

Niet alles is echter perfect: de bond is die van de universiteit, niet de stad. Er is een andere bond voor de andere universiteit in Gotenburg, Chalmers, en voor de handelshogeschool. Op lokaal niveau is de bond wel verbonden in een unie van de studentenbonden van Gotenburg, maar er valt nog wat te behalen als het gaat om verbinding tussen de gehele studentenpopulatie van de stad. Toch, op een landelijk niveau zijn vrijwel alle bonden gelieerd aan de SFS, Sveriges förenade studentkårer: Zwedens verenigde studentenbonden. Met de 58 aangesloten bonden vertegenwoordigen ze vrijwel alle studenten van Zweden, en zijn ze een belangrijke lobbyist en politieke speler op nationaal niveau.

Een vakbondencultuur zoals in Zweden kent Nederland niet (meer). Ik zou nog artikelen lang kunnen schrijven over het Zweedse model, waar vakbonden en werkgevers, onafhankelijk van overheidsbemoeienis, samen onderhandelen over loon en CAO. Zweden kennen het begrip minimumloon niet en ze willen er ook niet aan beginnen, omdat de vakbonden zo zeker zijn van hun zaak en zo veel slagkracht hebben dat ze voor alle branches van de arbeidsmarkt goede loononderhandelingen kunnen garanderen. Er is geen minimumloon nodig, omdat een goed levensonderhoud hoe dan ook gegarandeerd kan worden in deze onderhandelingen. Ik zou ook nog artikelen kunnen schrijven over hoe dit de afgelopen jaren langzamerhand afbrokkelt, en ook de studentenvakbonden niet altijd perfect zijn. Huisvesting bijvoorbeeld, zelfs als het geregeld wordt door de bond, blijft een groot probleem hier. Toch, Göta studentenkår doet een heleboel voor me, al is het maar een goedkoper OV, dat me naar een goedkoop biertje toe rijdt; meer heb je tenslotte niet nodig als student.

Soortgelijke artikelen