Ik ben een feminist, maar stem niet altijd op een vrouw
En dit is waarom
Tijdens allerlei verschillende soorten verkiezingen (gemeenteraad, Top 2000, etc.) merk je dat veel linkse, progressieve mensen een soort morele plicht voelen om op een vrouw te stemmen. Er waren dan ook mensen die verbaasd reageerden toen ze erachter kwamen dat ik niet op een vrouw ging stemmen tijdens de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen in november. En hoewel ik het initiatief “Stem op een Vrouw” zeker ondersteun, is het voor mij geen doel op zich.
Ik ben niet het type feminist dat alle vrouwen ondersteunt, puur en alleen omdat ze vrouw zijn. Dat is niet het soort feminisme waar ik voor sta. Wat mij betreft verdienen vrouwen die het ver geschopt hebben in de maatschappij geen lintje als ze bijvoorbeeld (openlijk) racistisch, homofoob of transfoob zijn of er op elke andere mogelijke manier problematische ideeën op na houden. Wanneer ik ga stemmen tijdens verkiezingen, let ik voornamelijk op de volgende elementen:
- Waar staat een partij als geheel voor?
- Wat wil elke individuele kandidaat graag bereiken? En bij welke van deze kandidaten vind ik de meeste aansluiting bij mijn eigen visies en idealen?
Als ik dan de meeste aansluiting vind bij iemand die een man is, stem ik daar gewoon op. Bovendien heb ik soms een beetje moeite met de discussie dat vrouwen zwaar ondervertegenwoordigd zijn in de politiek, en dat partijen “inclusiviteitspunten” willen scoren omdat ze veel vrouwen op hun lijst hebben. Ja, ik geef toe, het is een groot probleem, en ja, jullie zijn goed bezig, maar jullie zijn er nog niet, nog lang niet. Laten we alsjeblieft ophouden met doen alsof vrouwen de enige gemarginaliseerde groep in de samenleving zijn. Als de verschillende overheden zo’n duidelijke afspiegeling zouden moeten zijn van de samenleving, waarom is het overgrote deel van de lijsten dan bijvoorbeeld nog zo wit? En kun je trots zijn op het feit dat je op een vrouw hebt gestemd als de hele partij verder geen concrete meningen of ideeën heeft over emancipatie in de breedste zin van het woord? Of deze emancipatie zelfs bewust tegenwerkt? Ik heb er zo mijn vraagtekens bij.
We zagen afgelopen jaar hetzelfde bij de Top 2000. Slechts 16 procent van alle artiesten uit de lijst van 2017 was een vrouw. Een pijnlijk laag percentage. En dus werd de stemmer opgeroepen om voor de lijst in 2018 op meer vrouwen te stemmen. Een mooi initiatief, maar ook dan denk ik weer: Hoeveel procent van de artiesten zijn mensen van kleur? Hoeveel procent van de artiesten behoort tot de LHBTQI+-gemeenschap? Volgens mij valt er op deze gebieden ook nog veel (heel veel) te winnen. En tuurlijk, ik geef toe, we kunnen niet alles tegelijkertijd doen. Maar ik vrees dat dit soort initiatieven het witte feminisme alleen maar verder zullen voeden. Iets dat we bijvoorbeeld zagen gebeuren bij de Oscaruitreikingen van vorig jaar, toen actrice Emma Stone de Oscar voor beste regisseur mocht uitreiken. “These four men and Greta Gerwig created their own masterpieces this year,” zei ze, waarmee ze compleet voorbij ging aan het feit dat twee van de mannelijke genomineerden, namelijk Guillermo Del Toro en Jordan Peele ook deel uitmaken van een minderheidsgroep. Extra pijnlijk werd het toen de uiteindelijke winnaar, Del Toro, in zijn dankspeech benadrukte een immigrant te zijn. Maar voor Peele, slechts de vijfde zwarte regisseur die ooit genomineerd werd in deze categorie, moet de opmerking ook pijnlijk zijn geweest.
Het is belangrijk dat vrouwen beter vertegenwoordigd worden in de overheid, de muziek- en filmindustrie en op nog zoveel meer plekken. Maar daar stopt het niet. En wie door op een vrouw te stemmen klaar denkt te zijn op het gebied van emancipatie, heeft het mis. De vertegenwoordiging van vrouwen krijgt tegenwoordig zoveel aandacht, dat een kritische blik op de vertegenwoordiging van andere minderheidsgroepen compleet lijkt te verwateren. Dat is zonde. Laten we het streven naar inclusiviteit ook écht inclusief maken.