Wat er zoal gedraaid wordt #2: Less
Muzieknerds ontdekken graag nieuwe muziek. Maar hoe houd je dat behapbaar en effectief in een wereld waarin er wekelijks meer albums worden uitgebracht dan je kunt luisteren? Zoveel te luisteren, maar ook zoveel te missen – en zoveel om doorheen te ploegen om uiteindelijk je persoonlijke pareltjes te vinden. Ikzelf neem me voor om wekelijks minstens één nieuwe release te ontdekken die ik kan voorzien van mijn persoonlijke seal of approval. In deze rubriek zet ik vervolgens één van die albums in het zonnetje – gratis en voor niets!
Anno de jaren ’20 waart er weer een spook door Europa: het spook van de boze Britse indiemuziek. Punk is weer helemaal hip en getalenteerde gitaarbands van Britse mid-twintigers schieten als paddenstoelen uit de grond. De grimmige, terneergeslagen en donkere sound van deze bands lijkt een respons op de (geo)politieke onrust, afnemende sociale zekerheid en de ecologische rampspoed waar de huidige generatie jongvolwassenen steeds meer mee geconfronteerd wordt. Deze respons bestaat uit een muzikale cocktail van luide gitaarmuziek, cynische praat-zang, vernieuwende songwriting, en een tot wanhoop gedreven existentiële crisis. Maar naast deze overeenkomsten loopt de sound van deze bands ook aanzienlijk uiteen: zo is er de agressieve punk van shame, de sarcastische spoken-word post-punk van Dry Cleaning, of de melodramatische en bombastische indierock van Black Country, New Road.
In relatief korte tijd heeft de Londense rockband deathcrash – inderdaad zonder hoofdletter – bewezen ook thuis te horen in dit inmiddels al legendarische rijtje succesbands. deathcrash komt dan ook uit dezelfde scene, spreekt dezelfde demografie aan, en reflecteert op gelijkaardige manier op de huidige sombere tijdsgeest. Tegelijkertijd onderscheidt deathcrash zich eenvoudig van de meute: hun muziek is zwaarder en langzamer. Veel langzamer. deathcrash lijkt hiermee niet zozeer geïnspireerd door het opzwepende en agressieve van de punk, maar veeleer door het ingetogen en langdradige geluid van de post-rock en slowcore. Deze genres laten zich vaak kenmerken door melancholische melodieën, slepende ritmes en fluisterachtige zang. Maar ook door grote dynamische verschillen: bij sommige passages kun je een speld horen vallen, om vervolgens plotseling over te gaan in muzikale explosies van dreunende gitaren en beukende drums.
Met deze sound levert deathcrash Less: één van de meest sombere platen die je zult horen in 2023. De toon daarvan wordt vrijwel gelijk gezet met de openingstrack Pirouette. Met het langdradige instrumentale intro maakt deathcrash zonder songteksten al duidelijk dat hun muziek thema’s als uitzichtloosheid, onzekerheid, en depressies beschrijft. Een soortgelijke muzikale uitgesponnenheid hoor je terug op tracks als And Now I Am Lit en Turn. Specifiek op deze nummers hoor je ook overduidelijk de invloed van slowcorelegendes als Duster en Low. De sound van deathcrash is dan ook niet per se uniek of vernieuwend. Het valt eerder te zeggen dat de band deze gevestigde invloeden erkent en creatief toepast op hun eigen muziek in hun eigen tijdsgeest. Dat is een trend die kenmerkend is voor deze hele Britse Post-Brexit New Wave.
Toch is te merken dat deathcrash hun eigen sound blijft doorontwikkelen. Daar hun vorige muziek soms wel erg veel leentjebuur speelde bij de bovengenoemde invloeden, experimenteert de band op Less met nieuwe elementen in hun sound. Bijvoorbeeld met kortere nummers – drieënhalve minuut in plaats van acht – zoals Empty Heavy en Duffy’s, en schreeuwerige zang die invloeden kent van zowel de metal als Amerikaanse emo-muziek. Ook het album zelf is aanzienlijk korter, compacter, en consistenter qua sound. Daarmee bewijst de band dat ze steeds meer haar eigen muzikale identiteit weet te vinden, en daar bovendien zelfverzekerd over is. Dat belooft veel voor nieuwe muziek. Gelukkig is er in de toekomst vast ook voldoende ellende en rampspoed om op te reflecteren.