Strijdend ten onder

Gastredacteur 4 min 11/12/2018

24 september was de startdag zijn van een week vol acties in het kader van WOinActie. Een week waarin studenten en docenten samen ten strijde trokken tegen de verdere verloedering van wetenschappelijk onderwijs door nog verdere bezuinigingen. Rode vierkanten speldjes pronkten op de kleding van docenten, personeel en zelfs op de jasjes van ons eigen college van bestuur.

De eensgezindheid aan de personele kant van de actievoerders stond in schril contrast met wat er die dag aan de studentenzijde gebeurde. De Landelijke Studentenvakbond, dé actievoerende studentenvertegenwoordigers, viel uiteen in twee kampen toen op diezelfde 24 september haar voorzitter Geertje Hulzebos opstapte: naar haar eigen woorden zou ze te activistisch zijn geweest. Ze zou een interne richtingenstrijd verloren hebben, waarna ze praktisch op non-actief is gezet, met haar vertrek tot gevolg.

In de volgende dagen ontaarde zich een heuse stammenstrijd tussen ‘Kamp Hulzebos’ en ‘Kamp Lobby’. Kamp Hulzebos, met veel steun uit van de jongerenafdeling van de SP, trok online ten strijde en beschuldigde de rest van het bestuur ervan baantjesjagend, coalitiepleasend en onzuiver belangenbehartigers te zijn. Ze zouden zich meer druk maken om de inhoud van hun curriculum vitae dan het studentenbelang.  Kamp Lobby deed wat Kamp Lobby het beste doet: zich intern beraden en in een achterkamertje van een theaterzaal achter gesloten deuren de kwestie met de directe belanghebbenden beslechten. Actievoerder Hulzebos werd officieel geëxcommuniceerd en Lobbyist Suprème Carline van Breugel werd nieuwe voorzitter ad-interim.

Als de LSVb niet meer effectief kan actievoeren is haar bestaansrecht alleen nog maar van historische aard.

Wat er zich nou echt heeft afgespeeld in zowel de bestuurskamer van de LSVb als in het theaterzaaltje zal voor de studenten een raadsel blijven. Dat is schadelijk voor de geloofwaardigheid en legitimiteit van de studentenvakbond. Door niet in te gaan op de kritiek die door Hulzebos en consorten is geuit, blijft er voor de rest van het bestuursjaar de stempel ‘lobbyist’ op van Breugel hangen. Zij kan niet geloofwaardig aanblijven. Alle acties die dit jaar vanuit de LSVb voortkomen zal door niemand serieus worden genomen: “Actievoeren mag toch helemaal niet bij de LSVb? Je moet toch constructief blijven? Je moet toch rekening houden met de politieke situatie in Den Haag? Je moet toch wel de coalitiepartijen te vriend houden? Wat loop je dan stoer te doen voor de camera, Carline? Kom maar weer gezellig aan tafel zitten, dan kun je misschien in de marge nog een aanpassinkje doen en dan kan je succesvol lobbyen ook bij je kerncompetenties voegen. Dus over je stage aankomend jaar..” zal elke bestuurder en OCW-ambtenaar zeggen als de LSVb met actievoeren dreigt. Daarmee verliest de studentenvakbond haar tanden, en ook haar relevantie, mede omdat de nederlandse studenten nog een landelijke belangenbehartiger kent: Het ISO, de koepel voor de medezeggenschapspartijen. Als de LSVb niet meer effectief kan actievoeren is haar bestaansrecht alleen nog maar van historische aard.


Geen interne richtingenstrijd maar open discussie over de toekomst, waarbij ook de nieuwe bewegingen moeten worden betrokken.

En dat is zonde, want we zien juist de afgelopen jaren dat er nieuw leven is ingeblazen in het studentenactivisme. In Groningen kennen wij studentenbeweging DAG, in Amsterdam New University, in Utrecht ZegNee en in Nijmegen Changing Perspectives. Deze bewegingen zouden omarmd en ondersteund moeten worden door de LSVb. In plaats daarvan schieten de studentenvakbonden in een angstige reflex: bang hun manier van werken wordt verdrongen, bang om de controle te verliezen over wat zij de afgelopen jaren hebben proberen op te bouwen. Wat ze moeten doen is open het gesprek voeren over hoe ze het beste de studentenbelangen kunnen vertegenwoordigen. Geen interne richtingenstrijd maar open discussie over de toekomst, waarbij ook de nieuwe bewegingen moeten worden betrokken. En in de gevallen dat die nieuwe bewegingen effectiever zijn dan de bestaande lidbonden moet er plaats worden gemaakt door de studentenvakbond. Door elkaars kracht te erkennen en deze het beste te gebruiken kan er daadwerkelijk een verenigd studentenfront bestaan.

De Landelijke Studentenvakbond is opgericht als federatie: De lokale studentenbonden zijn de leden in de ALV van de LSVb, die jaarlijks een bestuur benoemen en het beleid bepalen. Het bestuur (en de achterliggende organisatie) voert dat beleid uit. De Groningse lokale studentenbond is de GSb

In dat laatste ligt ook een opdracht voor de nieuwe bewegingen en Kamp Hulzebos. Hoe de persoonlijke integriteit en beweegredenen van de LSVb-ers in twijfel werd getrokken was bijna sektarisch: “Als je niet voor ons bent, ben je tegen ons.” Dat iemand van mening verschilt over hoe je het beste de studentenbelangen kan dienen, betekent dat niet gelijk dat diegene een reïncarnatie van Ayn Rand is. Het wegzetten van ‘tegenstanders’ als corrupt is een dooddoener voor dialoog en discussie, waarbij het Eigen Gelijk boven het studentenbelang wordt gesteld. Ook de inmenging van de jongerenafdeling van de SP lijkt ondertussen via een vast patroon te gaan: Eerst een actiegroep ondersteunen, vervolgens infiltreren en daarna iedereen die niet ‘ideologsich puur’ is (lees: geen voetsoldaat in het leger van de Marijnissen-dynastie) pogen eruit werken. Vaak leidt dit tot lamlegging en heeft onze eigen Groninger Studentenbond in 2011 bijna het leven gekost. De eerder genoemde nieuwe bewegingen moeten hier behoedzaam voor zijn.

Voor de LSVb is het nu van vitaal belang om transparant te worden over de discussie die achter gesloten deuren plaatsvindt. Studenten zelf hebben geen invloed in wat er bij de LSVb besloten wordt. Technisch gezien kunnen studenten via de ALV’s van de lidbonden hun invloed uitoefenen maar ik vraag me af hoeveel van de lidbonden hun standpunt hebben laten bepalen door een spoed-ALV. De lobby versus actie discussie speelt al jaren en zal nog wel een tijdje blijven spelen, maar als de studentenvakbond niet open kaart gaat spelen verliest het langzaam haar legitimiteit en gaat zij intern strijdend ten onder.

Henk-Jan Wondergem

Wil je meer lezen over de verhouding tussen de LSVb en het ISO? Lees dan Nait Soez’n jaargang 46, editie 1

Soortgelijke artikelen